AI en banenverlies: grote bedrijven vrezen de impact op klantenservice en IT
Steeds meer bestuurders van grote Nederlandse bedrijven maken zich zorgen over de gevolgen van kunstmatige intelligentie (AI) op de werkvloer. Waar vorig jaar slechts 6 procent van de topbestuurders dacht dat AI banen zou vervangen, is dat percentage in 2024 gestegen naar 19 procent. Vooral in IT en klantenservice zien zij risico’s, zo blijkt uit het jaarlijkse CEO-onderzoek van ING onder 263 grote bedrijven.
De snelheid van verandering
De snelle opmars van AI baart de directies zorgen. “Deze technologie ontwikkelt zich zo snel dat het lastig is om bij te houden”, zegt Mark Milders, divisiedirecteur bij ING. Hij benadrukt dat bedrijven die het tempo niet kunnen bijbenen, het risico lopen achter te blijven op de concurrentie.
Die zorgen zijn niet ongegrond: steeds meer bedrijven zetten AI in om processen efficiënter te maken, met directe gevolgen voor het personeelsbestand. Zo ontsloeg techbedrijf Bird uit Amsterdam eerder dit jaar 90 van de 450 medewerkers vanwege de inzet van AI. Ook betaalbedrijf Klarna neemt vrijwel geen nieuw personeel meer aan, omdat AI veel taken overneemt.
Van onzekerheid naar praktische toepassingen
“Vorig jaar heerste er vooral onzekerheid over de mogelijkheden van AI”, aldus Milders. “Nu zien we steeds meer concrete voorbeelden, zowel in het bedrijfsleven als in het dagelijks leven, van wat AI kan betekenen.” Die verandering zet bedrijven aan om zowel kansen als bedreigingen scherper in kaart te brengen.
Optimisme en zorgen
Toch kijken Nederlandse topbestuurders positief naar de toekomst, blijkt uit het ING-onderzoek. De meerderheid verwacht dat het presidentschap van Donald Trump kan leiden tot meer buitenlandse investeringen. Tegelijkertijd vrezen ze een handelsoorlog, mocht Trump importheffingen invoeren.