Woordenboek
Wet Oneerlijke Handelspraktijken
Op 15 oktober 2008 is een nieuwe wet in werking getreden gericht op de aanpak van oneerlijke handelspraktijken van aanbieders van producten en diensten jegens een consument. De wet is een uitwerking van een reeds in 2005 in werking getreden gelijknamige Europese richtlijn (nr. 2005/29/EG). Het belangrijkste doel van de nieuwe wet is betere bescherming van de consument tegen misleidende en agressieve handelspraktijken. De wet is van toepassing op alle natuurlijke en rechtspersonen die handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf en ook op degene die ten behoeve van hen handelt. De nieuwe regels treffen iedere handeling en gedraging (ook reclame en marketing) van een aanbieder die rechtstreeks verband houdt met de verkoop of levering van een product aan een consument. Op basis van de nieuwe wet handelt de aanbieder van producten of diensten onrechtmatig indien hij een handelspraktijk verricht die oneerlijk is. Oneerlijk zijn handelspraktijken die tot gevolg hebben dat het vermogen van een consument om geïnformeerd een besluit te nemen wordt beperkt, waardoor de consument een besluit neemt dat hij anders niet zou hebben genomen. In het bijzonder zijn verboden misleidende en agressieve handelspraktijken. Van misleidende handelspraktijk wordt gesproken bij onder meer verstrekking van feitelijk onjuiste informatie die de consument misleidt of kan misleiden ten aanzien van aangeboden diensten of producten, de prijs, de noodzaak van de dienst, de hoedanigheid en de kenmerken van de aanbieder en de rechten van de consument, waaronder het recht op herstel of vervanging van het product. Ook het onthouden of het onduidelijk of te laat verstekken van essentiële informatie, die een consument nodig heeft om een welafgewogen beslissing te kunnen nemen, wordt gezien als misleidend en is dus verboden. Een handelspraktijk is agressief indien door intimidatie, dwang of andere ongepaste beïnvloeding de keuzevrijheid en de vrijheid van handelen van een consument wordt beperkt, waardoor een consument een beslissing neemt die hij anders niet zou hebben genomen. De wet bevat zwarte lijsten van gedragingen die onder alle omstandigheden als misleidend respectievelijk agressief worden aangemerkt. Expliciet verboden is bijvoorbeeld ongewenst en hardnekkig aandringen bij een consument per telefoon, e-mail of andere afstandsmedia. Ook is verboden te beweren aan een gedragscode verbonden te zijn terwijl dat niet zo is of bijvoorbeeld bedrieglijk beweren dat een product slechts gedurende beperkte tijd leverbaar/beschikbaar zal zijn om de consument te bewegen onmiddellijk en onvoldoende geïnformeerd over een transactie te beslissen. Bij overtreding van de wet kunnen onder meer de Consumentenautoriteit en, daar waar het gaat om overtredingen in de financiële sector, de Autoriteit Financiële Markten tegen de overtredingen optreden door middel van het opleggen van een boete of een last onder dwangsom (het door een overtreder te betalen bedrag zolang de aan hem opgelegde verplichting niet wordt nagekomen). Uiteraard kan een consument zich ook wenden tot de civiele rechter. Indien de overtreding een strafbaar feit oplevert, dan kan dit aan het Openbaar Ministerie worden voorgelegd. De nieuwe wet oneerlijke handelspraktijken verduidelijkt de grenzen en de normen van de dagelijkse handelspraktijk en stelt tegelijkertijd strikte voorwaarden ten aanzien van wat wel en niet is toegestaan. Ondernemers zullen zich aan deze voorwaarden moeten houden. Niet naleving van de voorwaarden kan resulteren in financiële schade en negatieve publiciteit voor de ondernemer. Van belang is dat wordt gestreefd naar transparantie en correcte informatieverstrekking naar de consument toe.