Tumult in Suriname: vakbonden en werkgevers botsen. Maar wat vindt de callcentermedewerker zelf?
In Suriname is onenigheid ontstaan tussen callcenterorganisaties en de Vakbond voor Alle Werkers (BVAW). Daarbij speelt de Nederlandse vakbond FNV een opvallende rol. De Surinaamse Vereniging Contact Centers Suriname (VCCS) en BVAW steggelen over zaken als arbeidsomstandigheden en -voorwaarden. Grote vraag die voorlopig onbeantwoord blijft: wat vindt de callcentermedewerker zelf van het werk?

Begin juli werd in Suriname de nieuwe vakbond BVAW opgericht. Volgens vakbondsbestuurder Jerrel Mac Intosh is de bond opgericht uit onvrede over de in hun ogen slechte werkomstandigheden en lage lonen, schrijft de Telegraaf. Toch is de oprichting geen aanval op werkgevers, aldus Mac Intosh. “Maar een uitnodiging tot samenwerking. Gezonde, gewaardeerde medewerkers presteren beter. Door ons te organiseren, bouwen we aan een toekomst met meer respect, zekerheid en zeggenschap.”
Lage lonen en nachtwerk
Volgens Mac Intosh is het werk populair onder Surinaamse jongeren, omdat ze na een training snel aan de slag kunnen. Toch is er ook genoeg mis, zegt hij tegen de krant. “Zo verdienen ze hooguit drie euro per uur, werken ze met slechte apparatuur, beginnen hun diensten om drie uur ’s nachts en is er weinig aandacht voor werkdruk.”
Tegenover keynews.sr zegt Mac Intosh dat de ‘behoefte aan een vakorganisatie bij callcenters groot is’. Al blijft onduidelijk hoeveel leden de nieuwe vakbond BVAW heeft.
Werkgevers: ‘Er is maar één kant belicht’
De VCCS reageert dinsdagmiddag en zegt zich niet te herkennen in de woorden van BVAW. “We herkennen veel van de door de BvAW gedane uitspraken niet, maar realiseren ons ook dat wanneer maar een zijde van het verhaal belicht wordt, het moeilijk is om het complete beeld te hebben over hoe onze sector functioneert.”
De VCCS is een samenwerking van een groot aantal in Suriname gevestigde BPO-spelers, waaronder ContactCare, Yource, Concentrix, Change en TP. Deze organisaties werken vanuit Suriname voor Nederlandse bedrijven zoals ABN AMRO, NS, Bol en Eneco.
VCCS zegt uit te kijken naar een nauwe samenwerking met vakbond BVAW. “We nemen nadrukkelijk afstand van partijen die onze visie over goed werkgeverschap niet naleven. Daarom steunen wij de oprichting van de bond. Het is in het belang van zowel werkgevers als werknemers dat Suriname het imago als betrouwbaar BPO-land behoudt. Imagoschade schaadt ons immers allemaal.
Nederlandse FNV mengt zich in Surinaamse strijd
De BVAW wordt ondersteund door de Nederlandse vakbond FNV. Volgens FNV-bestuurder Elly Heemskerk is dat niet meer dan logisch. “De Surinaamse callcentermedewerkers werken veelal voor Nederlandse organisaties en voeren het klantcontact met Nederlandse consumenten.” Daarmee vallen ze niet onder het Nederlandse arbeidsrecht, maar volgens FNV ligt er bij de BPO’s wel een morele verplichting als het gaat om arbeidsomstandigheden.
“In Nederland hebben we bijvoorbeeld duidelijke regels over werken in de nacht. In Suriname niet. Op het moment dat werk verplaatst wordt naar een ander land, kunnen arbeidsvoorwaarden verloren gaan”, aldus Heemskerk. De hulp aan BVAW sluit volgens haar ook aan bij FNV’s solidariteitsacties met vakbonden over de hele wereld.
Wat vindt de medewerker zelf?
Te midden van het gepingpong tussen VCCS en BVAW blijft onduidelijk wat de Surinaamse callcentermedewerker zelf vindt van het werk en de omstandigheden. Al schreef De Ware Tijd eerder dit jaar dat met name Surinaamse jongeren het werk graag doen.