
Great Place To Work over Teleperformance: ‘TP voldoet aan alle standaarden’
De organisatie achter Great Place To Work (GPTW) ziet geen aanleiding om het certificaat van Teleperformance tegen het licht te houden. Teleperformance sleept al enkele jaren achter elkaar het predicaat in de wacht. “TP heeft over de jaren voldaan aan alle genoemde standaarden en daarmee recht op het certificaat”, zegt René Brouwers, directeur van Great Place to Work Nederland.

Daarmee reageert Brouwers op vragen van Klantcontact.nl naar aanleiding van het onderzoek van Follow The Money. Dat platform stelde dat Teleperformance het niet zo nauw neemt met de arbeidswetgeving in Griekenland. Vanuit dat land verzorgt Teleperformance ook Nederlandstalig klantcontact voor bedrijven die actief zijn op de Nederlandse markt, zoals Netflix.
Eerder ook al negatief in het nieuws
Het was niet de eerste keer dat Teleperformance als werkgever negatief in het nieuws komt. Zo tikte de Hoge Raad de callcentergigant vorig jaar op de vingers over onbetaalde inlogtijd. In 2020 ging Teleperformance de mist in met geheimhoudingsverklaringen bij de coronatestlijn. In hetzelfde jaar ageerde vakbond FNV tegen het feit dat Teleperformance-medewerkers die thuiswerkten niet kregen betaald wanneer hun internet uitviel. Een artikel van de Volkskrant schetste een beeld van de sfeer bij het bedrijf.
“De meeste voorbeelden komen uit 2020 en gaan voor een deel niet over wat Great Place To Work meet en wat een great place to work definieert”, aldus Brouwers.
Great Place To Work is ‘erkenning voor medewerkersbeleving
Hij legt uit: “De Great Place To Work-certificering is een erkenning voor organisaties die voldoen aan specifieke normen op het gebied van medewerkersbeleving. Deze certificering benadrukt organisaties met een positieve en betrokken werkcultuur. De meting gebeurt via een door ons uitgezette vragenlijst onder alle medewerkers – de Trust Index. Er zullen altijd individuen zijn die een organisatie of deel van de organisatie minder hoog beoordelen, maar wij staan achter onze Trust Index-resultaten.”
Zeventig procent
De index meet aan de hand van stellingen verschillende aspecten van de medewerkersbeleving, zoals vertrouwen in leiderschap, trots op het werk en collegialiteit. Om in Nederland gecertificeerd te worden, moet minimaal zeventig procent van de respondenten aangeven dat de stellingen “Bijna altijd waar” of “Vaak waar” zijn. De minimale response moet een betrouwbaarheidsinterval van tenminste 95 procent en foutmarge van maximaal 5 procent hebben.
‘Resultaten meting Teleperformance zijn 95 procent betrouwbaar’
Organisaties moeten jaarlijks hun medewerkers bevragen en opnieuw deze minimale score behalen om hun certificering te behouden. Brouwers: “Teleperformance voerde haar laatste meting uit in mei vorig jaar en zal dit binnenkort opnieuw doen. De resultaten van hun onderzoek waren accuraat tot een betrouwbaarheidsniveau van 95%, met een foutmarge van slechts 1%, en kunnen dus als zeer betrouwbaar worden beschouwd.”
Klokkenluidersregeling
Mocht Great Place To Work signalen krijgen via de media of medewerkers (via een eigen klokkenluidersregeling) kan GPTW besluiten daarover in overleg gaan met de betreffende organisatie voor aanvullende informatie. Brouwers: “Afhankelijk hiervan kan de certificering niet worden toegekend of ingetrokken volgens onze voorwaarden.”
‘Vraagtekens bij waarde Great Place To Work-certificaat’
We vroegen FNV Callcenters om haar kijk op het Great Place To Work-certificaat van Teleperformance. De vakbond plaatst er vraagtekens bij, zegt Elly Heemskerk. “We krijgen al jaren signalen van medewerkers over hoge werkdruk, strakke controle en gebrekkige zeggenschap. Deze ervaringen staan haaks op het beeld dat het keurmerk oproept.”
Heemskerk noemt het predicaat discutabel. “Bedrijven betalen om mee te doen aan het onderzoek en kunnen er vervolgens commercieel mee pronken. Daarmee dreigt het keurmerk vooral een marketinginstrument te worden, terwijl de echte problemen onder de oppervlakte blijven.”