
Advies aan Hoge Raad: opstarttijd callcentermedewerker is betaalde arbeidstijd
De ‘opstarttijd’ van tien minuten voorafgaand aan de ingeroosterde diensttijd van een callcentermedewerker is betaalde arbeidstijd. Dat adviseert althans advocaat-generaal De Bock de Hoge Raad in haar conclusie van vrijdag 7 juni jl. volgens Hogeraad.nl.

Is een callcenterwerknemer op basis van planningsregels verplicht om tien minuten voorafgaand aan de dienst aanwezig te zijn en voorbereidende werkzaamheden te verrichten? En moet de werkgever loon betalen over deze tijd? Het gerechtshof Den Haag beantwoordde beide vragen eerder bevestigend, zoals op Rechtspraak.nl is te lezen.
‘Opstarttijd’
Bij sommige bedrijven worden werknemers verplicht om bepaalde voorbereidende werkzaamheden te verrichten nog voordat hun ingeroosterde dienst start. Van werknemers in bijvoorbeeld callcenters wordt dan verlangd dat ze, wanneer hun dienst start, gelijk klaar kunnen zitten om te beginnen met hun eerste telefoongesprek.
Bij met name werkgevers en vakbonden is er de laatste tijd aandacht voor de vraag of die ‘opstarttijd’ beloond moet worden, met salaris of met een andere vorm van beloning.
De zaak
Een werknemer van facilitair contact center Teleperformance spande een zaak aan. De zaak ging over loonvordering, gericht op nabetaling van loon over de tien minuten die de werknemer vóór de dienst aanwezig moet zijn. In de planningsregels die bij Teleperformance gelden, wordt van de werknemer verlangd tien minuten eerder aanwezig te zijn. Zowel de kantonrechter als het hof beslisten dat de voorbereidende werkzaamheden op basis van de planningsregels van Teleperformance verplicht zijn én dat de werkgever over deze tien minuten loon verschuldigd is.
Teleperformance was het hier niet mee eens en ging in beroep bij de Hoge Raad. Maar de Advocaat-Generaal heeft nu het advies gegeven om het beroep af te wijzen en de oorspronkelijke beslissing van het hof te handhaven. De Advocaat-Generaal geeft onafhankelijk juridisch advies aan de Hoge Raad, die de uiteindelijke beslissing neemt.
Bron: Hogeraad.nl